p. 9-76Enkele weken geleden was het weer zover. "Mariam", zei Nana, "Jalil, je vader, is echt niet te vertrouwen. Nu komt hij je nog elke week opzoeken en brengt hij leuke cadeautjes mee. Maar als je er op zou aandringen om hem te bezoeken in zijn eigen huis bij zijn andere vrouwen en kinderen, zal je wel merken hoe hij echt is." Ik haatte het verschrikkelijk als mijn moeder weer eens begon te zagen over mijn vader. Zeker als ze over vroeger begon. "Ik was een pokeroot, Mariam, een bijvoet. Onkruid is dat. Zelfs jij was het en jij was nog niet eens geboren." Dan maakte ze mijn vader helemaal zwart.